Mama, mag ik even met je praten.
Als vroeger zo fijn en zo intiem.
Al heb ik het ouwe huis verlaten.
Ik mis je en ik moest je even zien.
Zeg mama, hoe vind je deze bloemen.
Die kocht ik voor een hele lieve vrouw.
Ik ken haar al lang, ik zal haar naam maar noemen.
Mama, die bloemen zijn voor jou.
Nee, mama, jou vergeten doe ik niet.
Jij die altijd voor me klaarstond.
Ook al had je zelf verdriet.
Ja, tussen ons twee is toch zoveel.
Toch zoveel wat ons bindt.
Ook al ben ik nu een man.
Maar ik blijf altijd je kind.
Mama, nu ga je toch niet huilen.
Of toon je net als ik je blijdschap met een traan.
Ik blijf toch zo graag.
nog even bij je schuilen.
Dan kan ik de storm van het leven weerstaan.
Nee, mama, jou vergeten doe ik niet.
Jij die altijd voor me klaarstond.
Ook al had je zelf verdriet.
Ja, tussen ons twee is toch zoveel.
Toch zoveel wat ons bindt.
Ook al ben ik nu een man.
Maar ik blijf altijd je kind.